Tijdens het schrijven wilde ik ergens het woord ‘filosofie’ vermelden. Ik weet de context niet meer exact, maar ik weet wel nog dat ik het woord even niet meer correct kon schrijven. Ik schreef de meest absurde doch vermakelijke varianten: ‘filofofie’, ‘filoferie’ en ‘filofie’. Terwijl ik het schreef, wist ik maar al te goed dat het fout was, maar het was me een raadsel hoe het dan wel moest. Ik wist wat ik wilde schrijven, maar mijn brein leek het maar niet te kunnen klaarspelen om de correcte letters bij elkaar te plaatsen. Ik kon het niet zien, het was wazig. Het leek alsof er een mist in mijn hoofd zat waardoor mijn werkgeheugen onzichtbaar en dus ook ontoereikend was.
Toen ik mijn tekst daarna herlas, merkte ik op hoe idioot het was en begreep ik het niet. Filosofie, filosofie, filosofie,... Wat is daar nu moeilijk aan? Ik heb het hier natuurlijk wel enkel over de schrijfwijze. Het doet me soms panikeren en het tast mijn vertrouwen in mijn (schrijf)capaciteiten aan, want ik schrijf meestal goed en nauwkeurig en ik ben zover ik weet niet dyslectisch.
Het vertrouwen komt gelukkig wel terug als ik de dag erna een mooie metafoor kan bedenken of een pittig kruiswoordraadsel succesvol kan invullen. “Oef, ik kan het nog”, is dan meestal mijn eerste reactie.
Hersenmist is een vreemd, maar ook veelvoorkomend fenomeen als je NAH hebt. Het is helaas weer zo'n typisch onderdeel van het 'NAH-pakket' dat meestal extra getriggerd wordt door vermoeidheid en/of stress. En hoewel die mist in het hoofd het soms lijkt over te nemen, blijf ik er toch op vertrouwen dat het meestal (na een tijdje) wel terug opklaart.
Comments