De zomervakantie loopt stilaan ten einde. De dagen worden korter terwijl de tijdsschema’s en to do-lijstjes weer langer worden. Nog heel even en het is weer september waarbij alles draait om eerste schooldagen en het werk hervatten. Voor velen zal de ratrace weer van start gaan. Maar niet voor mij. Voor mij lijken alle dagen namelijk hetzelfde, zomer of geen zomer, vakantie of geen vakantie. Als iemand me vraagt welke dag het is, kan ik hier meestal niet meteen correct op antwoorden. Als ik weer eens voor de gesloten deuren van het postkantoor sta bijvoorbeeld, duurt het altijd even voor het bij me doordringt dat het zondag is. Ik leef precies soms in mijn eigen bubbel, zonder tijd, zonder week – of weekenddagen, zonder werk, zonder vakantie, zonder houvast en zonder structuur.
De afgelopen twee maanden hadden voor mij persoonlijk ‘ups en downs’ zoals bij iedereen denk ik, maar op één weekje in het buitenland na, was ik nooit echt in vakantiestemming. Ik had namelijk veel moeite om mijn ‘uit’-knop te vinden en los te koppelen van mijn dagelijkse leven. Want wat valt er los te koppelen? Het helpt niet dat ‘mijn kantoor’, ‘mijn vrije tijdsruimte’, ‘mijn bureau’, ‘mijn rustplaats’ en ‘mijn huishouden’ zich allemaal situeert op eenzelfde plaats, namelijk: mijn huis.
Ik verlang nog wel eens naar het gevoel van ‘in vakantie zijn’. Voor mij helpt het om fysiek weg te zijn uit huis, maar ik zal toch moeten proberen om mijn ‘uit’-knop ook hier thuis te kunnen vinden. Ik vermoed dat dit weer een leerproces zal worden, maar daar is het nieuwe schooljaar het perfecte begin voor.
Opmerkingen